Studio TopNok
Ma zoekt de aansluiting met de arbeidsmarkt van de toekomst. Studio TopNok is een excellentieprogramma waarin je samen met studenten uit andere vakgebieden compleet nieuwe mediaproducten ontwikkelt. Je wordt hiervoor geselecteerd als je meer in je mars hebt en uitgedaagd wilt worden.
Meesterschap
Het startschot voor excellentieprogramma’s in het mbo werd begin 2015 gegeven door minister Jet Bussemaker van Onderwijs. Doel van het speciale programma voor getalenteerde studenten is hen op te leiden tot meesterschap. Je leert de basis van het vak op school en daarna volgt een praktijkfase onder toezicht van vakspecialisten, waarbij de branche uiteindelijk bepaalt of je een meestertitel krijgt.
Ma neemt voortouw
Ma is een van de vier vakscholen die het voortouw hebben genomen. Peter van der Blom is kartrekker van het programma, getiteld TopNok. Niveau 4-studenten van negen verschillende opleidingen en verspreid over alle leerjaren werken gedurende dertig weken samen aan de ontwikkeling van een innovatief product. “We wilden zien wat er gebeurt als je de beste studenten vanuit al die richtingen een cursusjaar lang bij elkaar zet”, zegt Van der Blom. “Studenten moesten solliciteren om mee te kunnen doen.”
Bedrijfsleven is positief
TopNok is verdeeld in drie periodes van tien weken. Na een introductieperiode werk je samen met studenten van andere opleidingen samen aan één groot project. In het laatste blok voert iedereen afzonderlijk een project uit. Daarbij krijg je begeleiding van een coach vanuit de branche. Verschillende gastdocenten, onder wie een art director, een medewerker van Endemol en een expert van Waag Society, verzorgen gastcolleges. De reacties vanuit het bedrijfsleven zijn erg positief, merkt Van der Blom. “Ze willen allemaal graag meedoen.”
Verder kijken dan eigen vakgebied
Studenten leren in dit excellentieprogramma verder kijken dan hun eigen vakgebied, licht Van der Blom toe. “Als game artist werk je bijvoorbeeld samen met een filmacteur en een grafisch ontwerper. Die samenwerking vergt een andere manier van denken, maar sluit heel erg aan op wat de arbeidsmarkt in de toekomst zal vragen. Het bedrijfsleven zegt nu al tegen ons: we hebben niet zoveel meer aan grafisch ontwerpers die alleen maar kunnen tekenen. Ze moeten ook software beheersen waarmee ze websites en apps kunnen ontwikkelen.”
Ondernemend en duurzaam beroepsonderwijs
Wil je meer weten over de arbeidsmarkt van de toekomst en welke rol 21e eeuwse vaardigheden zoals ict daarbij spelen? Lees de brochure van Kennisnet: 'Vakmanschap in de 21e eeuw, ondernemend en duurzaam beroepsonderwijs'. Daarin vind je acht praktijkvoorbeelden van mbo's die inspelen op de veranderende arbeidsmarkt. Het Mediacollege Amsterdam staat op p.37 t/m 43.
Er moeten initiatieven tot stand komen die binnen het reguliere leerplan geen plek hebben.
Een van de deelnemers aan Studio
TopNok is Nick Schaatsbergen, derdejaars student Game artist.
“Ik werd gevraagd om mee te doen maar moest nog wel solliciteren. Dat ging goed, en vanaf september zit ik bij Studio TopNok. We hebben veel gebrainstormd, en ons opgesplitst in meerdere teams. We kwamen er namelijk achter dat je niet het maximale uit jezelf haalt als je in een grote groep zit. Je moet dan teveel wachten op elkaar. Nu zijn we met drie groepen met drie verschillende ideeën bezig, die we op de open dag op 20/1 presenteren.
Drie ideeën
Eén idee is een grote box waarin je zelf visuele tekeningen kunt maken met je eigen gedachten. Het tweede idee is een tunnel waar je doorheen gaat en waarin je allerlei gevoelens kunt krijgen door de muziek en verlichting. En als derde een interactief gamesysteem waarbij door je eigen bewegingen sturingen plaatsvinden, om bijvoorbeeld een hart van de ene naar de andere plek te brengen. Dit hebben we ontwikkeld om spelenderwijs het probleem naar voren te brengen dat er te weinig donoren zijn. Het moet vooral leuk zijn voor mensen hier meer over te leren, het doel is vooral bewustwording.
Hard aan het werk
In het begin vond ik het redelijk sloom gaan, we wisten nog niet goed wat we moesten doen. Nu weten we dat wel en zijn we hard aan de slag. Via Trello houden we bij wat we nog moeten doen en wanneer wat af moet zijn. Na de open dag gaan we ons richten op individuele projecten. Je moet een plan opstellen waar je zelf aan gaat werken tot het einde van het schooljaar.
Veel geleerd
Ik heb veel geleerd tot nu toe. Als ik kijk wat ik kon tekenen in het eerste jaar en dat vergelijk met nu is er een groot verschil. Als je bezig bent, denk je niet dat je vooruit gaat, pas achteraf zie je dat.”