Mediaredactie­medewerker

Je werkt tijdens je studie aan opdrachten die je een beeld geven van het werkveld waarin je terecht kunt komen na je opleiding. In lesopdrachten oefen je met het maken van een tijdschrift, website of podcast. Je gaat aan de slag met opdrachten die ‘net echt’ zijn. Je interviewt gasten bij een talkshow, je publiceert je eigen tijdschrift, je maakt items voor radio, tv of social media. Ook maak je al vanaf het eerste jaar je eigen live-radioshow voor ons programma MALive. Als je geen radio maakt, ben je aan het werk op onze eigen online-redactie voor MALive. Zo leer je een draaiboek maken, een programma samenstellen en interviews afnemen. 

Sommige opdrachten doe je samen met studenten van andere opleidingen - net als op de werkvloer later. We leren je alles om een brede mediaprofessional te worden. Je krijgt beroepsgerichte vakken als Redactie (content maken voor internet, schrijven, radio), Techniek (editen, vormgeven, Photoshop) en je krijgt het vak Burgerschap. Dit is een vak waarin je sociale en maatschappelijke vaardigheden leert, want een redacteur heeft veel algemene kennis en kennis over de maatschappij nodig om aan anderen te kunnen duiden ‘hoe het zit’.

Tijdens deze opleiding leer je pijlsnel drempels nemen. Je leert hoe je jouw brede interesse kunt inzetten om anderen te boeien met jouw tekst, filmpje of radio-uitzending. Je werkt veel samen, want een redacteur werkt nooit alleen.

De opleiding start met een oriëntatie op het vakgebied. Je maakt kennis met het werkveld en leert de basisvaardigheden die je nodig hebt om een goede mediaredactiemedewerker te worden. Daarmee ga je je verdiepen en verder bekwamen in het vak van redactiemedewerker. In leerjaar 2 en leerjaar 3 loop je twee keer twintig weken stage. Zo leer je hoe je alle theoretische kennis in de praktijk toepast. Je sluit de opleiding af met het examen. Hiermee laat je zien dat je er klaar voor bent om als mediaredactiemedewerker aan de slag te gaan.

Studie in cijfers - Mediaredactie-BOL niveau 4

Kosten 
De schoolkosten van een opleiding bestaan uit lesgeld, de aanschaf van studieboeken, readers, materialen en excursies. Tijdens de open dagen krijg je een indicatie van de kosten per opleiding. Voor de meeste opleidingen is het noodzakelijk dat je over een laptop beschikt.

Lesgeld en studiefinanciering
De hoogte van het lesgeld wordt jaarlijks wettelijk vastgesteld. Dit betaal je vanaf je 18e aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vanaf deze leeftijd kom je ook in aanmerking voor studiefinanciering. Je krijgt dan een basisbeurs (met OV-kaart) en afhankelijk van het inkomen van je ouders of verzorgers heb je recht op een aanvullende beurs of rentedragende lening. Vergeet niet om tijdig een beurs aan te vragen: bij voorkeur drie maanden voordat je 18 jaar wordt.

Tegemoetkoming
Ben je jonger dan 18 jaar, dan kun je in aanmerking komen voor de regeling Tegemoetkoming Studiekosten.

OV-kaart
Ook mbo’ers die jonger zijn dan 18 jaar kunnen een OV-kaart (studentenreisproduct) aanvragen. Vraag de kaart bij voorkeur drie maanden van tevoren aan.

Prestatiebeurs
Volg je een beroepsopleiding op niveau 3 of 4 en krijg je studiefinanciering, dan heb je te maken met de prestatiebeurs. Als je binnen tien jaar je diploma haalt op ten minste niveau 3, dan wordt de prestatiebeurs omgezet in een gift. Anders moet je de beurs (ook je aanvullende beurs) terugbetalen. Ook je OV-kaart valt onder deze regeling.

Kijk voor meer informatie op www.duo.nl of neem contact op met je decaan.